Jeroen en Rolien zijn al 38 jaar getrouwd. Midden in de flowerpowertijd leren ze elkaar als studenten kennen. Ze worden verliefd op elkaar en trouwen. In die tijd worden ze voor gek verklaard: trouwen wordt als heel burgerlijk beschouwd. Jeroen en Rolien maken hun studie af, starten samen een praktijk als psychotherapeuten en krijgen drie kinderen. Die zijn inmiddels 28, 20 en 17 jaar.
Als ze bij mij in de praktijk komen, vertellen ze dat ze willen scheiden. Na al die jaren is de liefde tanende. Hun werk heeft de twee psychotherapeuten te veel opgeslokt. Tegelijkertijd vinden ze dat ze eigenlijk te veel van elkaar verschillen. Ze vervelen zich bij elkaar en storen zich aan elkaars gewoonten, die ze eerst zo aandoenlijk vonden. Eerst besluiten ze om hun werk te scheiden, in de hoop dat dat positief uitwerkt op hun relatie. Jeroen start een andere praktijk in een andere plaats. Niettemin is het thuis tussen hen zo kil en uitzichtloos geworden, dat ook het huwelijk niet meer te redden is. Ze kunnen niet meer samenleven. Dat besluit komt min of meer vreedzaam tot stand.
Probleemloos
Ze hebben echter wel wat juridisch advies nodig over de details van hun inkomen, verdeling van zakelijke en privé eigendommen. En natuurlijk over het belangrijkste: de zorgregeling voor hun kinderen. Ze spreken bij mij op kantoor hun ideeën uit over hun zorgregeling voor de kinderen. Het ouderschapsplan komt eigenlijk probleemloos tot stand. De kinderen van 20 en 17 jaar gaan afwisselend de helft van de tijd bij elk van de ouders wonen. De oudste is 28 jaar en woont op kamers elders. De woning wordt spoedig verkocht. Het heeft er alle schijn van dat er een vlotte alimentatie-afspraak tot stand komt en de losse goederen van de inboedel snel op hun nieuwe plaats zullen komen.
Getouwtrek
Dat loopt echter iets anders dan ik dacht. Jeroen en Rolien zijn zo lang bij elkaar geweest, dat het toch niet zo eenvoudig blijkt om echt los van elkaar te komen. Als psychotherapeuten hebben ze dagelijks te maken met emotionele banden en verknopingen, maar bij zichzelf vinden ze het moeilijk in te zien hoe hecht hun band nog is.
Doordat ze zo lang hebben samengeleefd, kunnen ze zelf niet meer heel goed zien hoe ze op elkaar reageren. Samenzijn geeft óók zekerheid en voorspelbaarheid, en daar hebben ze allebei behoefte aan. De toekomst zonder elkaar, het mislukken van het huwelijk, het hebben van minder inkomen: het knaagt allemaal aan hun zelfvertrouwen. Uiteindelijk zit dat onder een – op het eerste oog – onzinnige strijd die ontstaat over enkele euro’s verschil tussen de winsten hun beider praktijken. En, uiteindelijk, getouwtrek over een wandkleed dat geen van beiden aan de ander wil afstaan.
Het betreffende wandkleed is uniek in zijn soort. Het heeft al die jaren in de woonkamer gehangen, ze hebben het ooit samen uitgekozen en zijn er beiden aan gehecht. We hebben maar liefst drie besprekingen nodig voor de toedeling van dat wandkleed.
Tossen
Uiteindelijk erkennen Rolien en Jeroen schoorvoetend dat het kleed inderdaad een krachtig symbool is van hun verbinding in goede tijden. Als laatste redmiddel stel ik voor om over de verdeling te tossen. Tot mijn verrassing stemmen ze daarmee in. Zij ervaren dit als een objectief middel en zijn allebei tevreden als het wandkleed door Jeroen wordt ‘gewonnen’. Soms zijn het in ogenschijnlijk kleine dingen die een grote rol spelen. Maar het doet me goed dat dit huwelijk op deze manier goed kan worden afgewikkeld.
Bron: http://verder-online.nl/